Stooktips voor houtkachel en open haard

Een brandend haardvuurtje: veel mensen vinden het gezellig. Helaas is de rook ongezond voor jezelf en je omgeving. Bij het verbranden van hout komen fijnstof en andere schadelijke stoffen in de lucht. Dat is voor iedereen ongezond, maar kinderen, ouderen en mensen met een longziekte hebben er extra last van. Bovendien is het niet klimaatbewust om je huis te verwarmen met een open haard of houtkachel: bij het verbranden komt CO2 vrij en een groot deel van de warmte vliegt via de schoorsteen naar buiten. Wil je desondanks toch nog stoken, gebruik dan de onderstaande stooktips.

* Laat de open haard of kachel wat vaker uit en stook hooguit 4 uur per dag. Stook alleen na zonsondergang. Zo houd je rekening met je buren en blijf je vrienden met de buurt.

* Laat het vuur uit bij windstil of mistig weer. Bij dit soort weer blijft de rook namelijk lang hangen waardoor de lucht rond je huis erg ongezond wordt. Op www.stookwijzer.nu kun je zien of het verantwoord is om te stoken, je kunt ook checken of er een stookalert geldt.

* Stook alleen droog hout, dat geeft de minste fijnstof en rook. Droog hout herken je aan barsten of een schors die loslaat. Hout dat je zelf gehakt hebt moet je minstens 2 jaar laten drogen. Met een vochtmeter kun je checken of het hout droog genoeg is: onder de 20 procent is goed.

* Stook nooit hout dat is geverfd, gebeitst of geïmpregneerd: bij de verbranding komen zware metalen vrij. Daarom is het verboden om bewerkt hout te verbranden. Ook (spaan)plaat en laminaatvloeren horen níét in de haard of kachel vanwege de lijm die erin zit. Stook ook geen papier en karton. Het geeft veel rook en vliegas en is daarom zelfs ook verboden als brandstof.

* Maak het vuur aan met de Zwitserse methode: leg de kleinste houtjes bovenop de stapel en steek het vuur van bovenaf aan. Dit is dus anders dan de meeste mensen gewend zijn. Stapel het hout kruislings op elkaar, begin met altijd gekloofde, polsdikke blokken onderin en eindig met dunne houtjes en een aanmaakblokje bovenop. Gebruik geen spiritus of andere brandbare vloeistoffen om het vuur aan te steken, dat is gevaarlijk.

* Laat de schoorsteen minstens één keer per jaar goed vegen, zodat de rook goed naar buiten kan. Dat is ook veiliger: je hebt minder kans op een schoorsteenbrand.

* Zet de luchttoevoer in de kachel helemaal open, net als de klep in de schoorsteen. Het hout kan dan beter verbranden waardoor je minder schadelijke stoffen hebt (zoals kankerverwekkende koolwaterstoffen (PAK’s ) en koolmonoxide). Schuif de luchttoevoerklep nooit dicht om het vuur te ‘smoren’: het hout verbrandt dan niet volledig waardoor er extra veel schadelijke stoffen ontstaan.

* Houd de ventilatieroosters in huis tijdens het stoken open (of zet een raampje open). Het vuur kan dan lucht (zuurstof) aantrekken en de rook kan via de schoorsteen naar buiten. Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout.

* Controleer of je goed stookt: een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zet dan een raampje open.

* Gebruik haardhout met het FSC-PEFC-keurmerk. Dat garandeert dat het uit een verantwoord beheerd bos komt. 

Bron: milieucentraal.nl

Last van buren die hout stoken en kom je er samen niet uit? Neem contact op met de gemeente.