Corona en natuur

15-06-2020

Corona zorgde de afgelopen maanden voor veel minder drukte in de straten en parken. De ene diersoort floreerde, een ander had er vooral last van. De burger hoorde ineens (vogel)geluiden die eerst meestal niet te horen waren door de vele mensen en auto’s in de straten. Verder bood het kansen om veranderingen in dierlijk gedrag te observeren.
De grootste verschillen vond je in de grote steden. In Amsterdam bijvoorbeeld is het water in de grachten helderder omdat de rondvaartboten stil lagen. Het zicht is verdubbeld van 70 naar 150 centimeter. Een gevolg is dat zaden kiemen en planten als waterlelies en gele plomp ook in de vaarwegen verschijnen.

Een voordeel dat dieren hadden van het verminderde verkeer, is dat ze minder kans liepen doodgereden te worden; bijvoorbeeld amfibieën hadden dat voordeel tijdens de paddentrek. Aan de andere kant maakte de rust op de wegen de dieren onvoorzichtiger: in Zeeland zag de Dierenambulance het aantal aangereden Wilde eenden juist sterk toenemen. Sportvelden waren minder verlicht; daar hadden amfibieën, insecten en vleermuizen baat bij. Normaal worden zij ontregeld door al het kunstlicht. Toch zijn er soorten die meer last dan gemak van de rust hadden en nog hebben: de beesten die het moeten hebben van het voedsel dat mensen op straat achterlaten. Duiven, kraaien, meeuwen en ratten bijvoorbeeld. Normaal zijn er op toeristische plekken veel meeuwen; nu moesten die andere bronnen van voedsel aan?boren. Dat gold ook voor de meeuwen die in het Engelse Bristol die gewend waren door de week op een schoolplein te foerageren (in het weekend kwamen ze daar toch al nooit, dus die zullen wel een goed alternatief gehad hebben). Kraaien leven meer plaatsgebonden in de stad. Die zie je vaak loeren op eten en zodra iemand een zak patat laat ?vallen, grijpen ze hun kans. Dit voorjaar joegen zij eerder op muizen en kleinere vogeltjes.

Dat parken in deze tijden drukker zijn lijkt niet veel nadelige gevolgen te hebben gehad voor de dieren daar. De drukte in de natuur had soms wel lastig voor reeën en dergelijke; niet zozeer door de mensen zelf, maar door hun loslopende honden. De crisis leidt ook tot mogelijkheden: wetenschappers onderzoeken met cameravallen op de Hoge Veluwe hoe de gewijzigde openingstijden van invloed zijn op het gedrag van de dieren in het park.

Doordat veel mensen meer tijd thuis doorbrachten, hadden ze in een keer tijd en zagen van alles. Ze zagen jonge vogeltjes in de tuin op de grond zitten en brachten ze gelijk naar de opvang. Daardoor kregen deze veel meer dieren binnen en zaten een aantal helemaal vol. Ook egels, eekhoorns en zelfs reekalveren werden gebracht. Terwijl dat in de meeste gevallen echt niet nodig was! De meeste waren helemaal niet verlaten door de ouders; die waren hoogstens even buiten beeld. (Dus als je twijfelt: bel de Dierenambulance voor advies (0900-0245.)
Langzaam keren we terug naar normaal, wat betreft de drukte op straat. Maar wat zal de toekomst brengen; wat kan de natuur betekenen voor pandemieën? Het WereldNatuurFonds heeft dat uitgezocht. Het rapport ‘De vernietiging van de natuur en de opkomst van pandemieën’ beschrijft het verband tussen de vernietiging van natuurlijke ecosystemen, de handel in wilde dieren en het verschijnen en verspreiden van besmettelijke ziekten die door dieren zijn overgebracht zoals het Corona-virus. Het rapport geeft ook aan hoe we de gezondheid van de mens beter kunnen beschermen door de biodiversiteit beter te beschermen. Ook de biodiversiteit in de tuin helpt daarbij!
In het project ‘Dorpsnatuur in Heusden’ richten de Natuur- en Milieuvereniging gemeente Heusden (NMVH) zich op het stimuleren van de biodiversiteit in de bebouwde omgeving. Als je zin hebt om daar aan mee te werken, laat het dan weten via info@natuurenmilieuheusden.nl.

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.